
Eind 2019 kondigde de toenmalige staatssecretaris Van Veldhoven aan dat Nederland kartrekker is van een Europees PFAS-verbod. Waarom is het volgens u belangrijk dat PFAS wordt verboden?
We willen zo’n verbod op PFAS omdat deze stoffen niet afbreken terwijl ze wel schadelijk zijn voor mensen, planten en dieren. PFAS kunnen kankerverwekkend zijn of bijvoorbeeld het immuunsysteem aantasten. We willen voorkomen dat er nog meer PFAS gemaakt worden die in producten en in het milieu terecht komen. We willen ook dat alle PFAS in één keer verboden worden zodat schadelijke PFAS niet worden vervangen door andere PFAS die later misschien toch ook weer schadelijk blijken te zijn.
Wat is voor u het meeste urgente probleem met PFAS dat moet worden opgelost?
Het belangrijkste is dat we stoppen met het gebruik van PFAS. Daarnaast willen we voorkomen dat de PFAS die al in het milieu zitten op de lange termijn schadelijke gevolgen opleveren voor mens en milieu. Op beide fronten is er behoorlijk wat werk aan de winkel. Het probleem is dat het om zeer veel verschillende PFAS en verschillende toepassingen gaat.
We moeten in korte tijd onze kennis flink uitbreiden om precies te weten met welke acties we het meeste effect bereiken: Hoe kun je de aanwezige PFAS het beste aanpakken? Hoe zit het met de blootstelling precies; op welke plekken is die het grootst?
Samen met het bedrijfsleven bundelen we in het Actieprogramma PFAS alle kennis en kijken welke acties we moeten nemen. Dat doen we samen met de andere betrokken departementen VWS en LNV. Om de PFAS-verontreiniging te verminderen, werken we in het actieprogramma PFAS samen met kennisinstellingen en het bedrijfsleven aan maatwerkoplossingen zoals bij brandblusschuim en de papierindustrie. Ook werken we met andere betrokken departementen samen om de kennis van de blootstelling aan PFAS via voedsel, drinkwater en andere bronnen te actualiseren en om handelingsperspectieven te identificeren om de blootstelling aan PFAS verder te verminderen.
Waarom wil/moet juist Nederland hier een belangrijke rol in spelen? Hoe ziet u de relatie tussen de inzet van Nederland op PFAS en de inzet vanuit de EU?
Nederland heeft 15 juli het initiatief formeel aangekondigd. Samen met Denemarken, Duitsland, Zweden en Noorwegen zijn we het Europese verbod aan het voorbereiden. Vanwege de vele toepassingen en vormen van PFAS is het heel veel werk om tot een goede onderbouwing van zo’n verbod te komen. Daarom is het goed dat we dit gezamenlijk doen: de meest effectieve aanpak is een Europese aanpak, waarmee we PFAS zo dicht mogelijk bij de bron stoppen. Daar zetten we ons voor in. Want Nederland is geen eiland, voor een deel van de problemen ligt de oorzaak en de oplossing in onze buurlanden. Er is dan ook brede steun bij lidstaten voor een verbod, dat bleek ook uit de Milieuraad van juni 2019 waarin de Commissie werd opgeroepen te komen tot een dergelijke maatregel.
Waarom Nederland een van de kartrekkers is? PFAS is niet goed voor mens en milieu en vormt daarmee een probleem. Dat probleem werd zichtbaarder toen bleek dat onze grond vervuild is door PFAS. Het is overigens zeker geen uitsluitend Nederlands probleem; ook in veel andere lidstaten komen steeds meer problemen naar voren die worden veroorzaakt door PFAS.
Wat verder meespeelt in de Nederlandse kartrekkersrol is dat het RIVM een goede staat van dienst heeft in Europa. Er is veel vertrouwen in hun kennis over stoffen en de maatregelen die genomen kunnen worden. Verder heeft Nederland een grote producent (Chemours) van PFAS. De emissie van PFAS vanuit de industrie blijkt te kunnen leiden tot te hoge concentraties in het milieu. Gelukkig zijn emissies inmiddels met 99% gereduceerd.
Wat doet Nederland, vooruitlopend op de restrictie, al aan het terugdringen van PFAS?
We brengen met verschillende ministeries het probleem van PFAS en de mogelijkheden om PFAS uit het milieu en producten terug te dringen zo goed mogelijk in kaart.
We beginnen niet op nul: zo zijn er nationaal al maatregelen genomen om emissies te verminderen. Ook komt er een verbod op bepaalde PFAS in voedselcontactmaterialen vanaf 2022. En we werken aan het opstellen en uitvoeren van een Actieprogramma PFAS.
Op Europees niveau is onder meer de toepassing van enkele PFAS al beperkt en is er al begonnen aan een restrictievoorstel voor PFAS in blusschuim.
We zijn brononderzoeken aan het doen om te zien wat de belangrijkste toepassingen zijn. Ook zijn we met het bedrijfsleven en andere belanghebbenden in gesprek om te kijken wat nu al mogelijk is, vooruitlopend op het verbod, om blootstelling aan PFAS in te perken. Verder zijn we samen met de regionale overheden bezig om de bestaande emissies van PFAS zoveel mogelijk tegen te gaan, om zo het probleem niet groter te maken.
Het begrip ‘essentieel gebruik’ speelt een belangrijke rol bij deze restrictie. Wat vindt u daarvan, wie moet bepalen wat essentieel is, en is dit niet een gemakkelijke ontsnappingsroute voor de industrie?
Wat Nederland betreft is er straks een breed verbod, op zo veel mogelijk PFAS toepassingen, met uitzondering van enkele toepassingen die echt als onmisbaar worden gezien. PFAS heeft ook belangrijke eigenschappen voor bepaalde toepassingen dus we moeten ook goed afwegen of een verbod ook leidt tot nadelige effecten. Uitzonderingen moeten we alleen toestaan in heel specifieke gevallen waar op dit moment zonder PFAS echt een ernstig probleem zou ontstaan en waar op korte termijn geen alternatief voor is. Dat zou bijvoorbeeld kunnen gaan om sommige toepassingen in de medische hoek. Deze uitzonderingen zouden tijdelijk moeten zijn en kunnen bijvoorbeeld over een aantal jaren opnieuw worden beoordeeld. Uiteindelijk is het aan de Europese Commissie, het Europees Parlement en de lidstaten om de komende jaren samen te bepalen wat ze in het kader van de REACH-verordening essentiële toepassingen vinden en wat niet.
Gaat het u wel snel genoeg? Ziet u ‘beren op de weg’?
Het is belangrijk om snel én zorgvuldig deze groep stoffen aan te pakken. Daarom is het goed dat er in 2020 begonnen is met alle voorbereidingen van het verbod.
De formele procedure voor deze zeer uitgebreide restrictie is even lang als die voor slechts één of enkele stoffen en toepassingen. Dus het is een enorme uitdaging dit allemaal binnen de termijnen te realiseren. Er zit natuurlijk altijd een spanning tussen snel en zorgvuldig, dat is misschien wel de belangrijkste beer op de weg. We willen voorkomen dat we iets over het hoofd zien. Daarom zitten er ook verschillende consultatiemomenten in het proces: we hebben alle beschikbare informatie nodig om tot een goede afweging en onderbouwing te kunnen komen. Als we dat goed doen, dan helpt dat uiteindelijk ook om met alle lidstaten tot een goed besluit te komen.
Wat is voor u het wenkend perspectief, de ideale opbrengst van deze restrictie, op de lange termijn?
Voor de lange termijn is het Nederlandse perspectief simpel: er wordt geen PFAS meer geproduceerd en gebruikt waardoor nieuwe emissies naar het milieu stoppen. Het zou mooi zijn als dit verbod leidt tot een golf van groene innovaties, veilige alternatieven voor toepassingen waar nu PFAS wordt gebruikt.
En minstens zo belangrijk: dat we als maatschappij hiervan leren. Dat ontwerpers van materialen en producten al in een vroeg stadium, als ze al met chemicaliën aan de slag gaan, oog hebben voor de gevolgen voor de gezondheid en het milieu van onze kinderen en kleinkinderen. Safe-and Sustainable-by-Design: voorkomen is beter dan genezen.