De gemiddelde inwoner van Nederland ontvangt jaarlijks een stralingsdosis van 3 millisievert. Wereldwijd gezien is dat laag. Medische straling vormt daarvan 42%. Het RIVM startte in 2020 een project om te onderzoeken hoe de medische stralingsdosis in Nederland zich ontwikkelt. De eerste voorzichtige resultaten laten zien dat de dosis per diagnostische foto daalt, en dat automatisering van gegevensuitwisseling onze kennis hierover kan verbeteren.
Bronnen van straling
Het grootste deel van de jaarlijkse stralingsdosis komt door natuurlijke radioactiviteit (58%). Die is in Nederland, in vergelijking met veel andere landen laag. Medische straling is verantwoordelijk voor 42%. Overige bronnen zoals de industrie, en de neerslag van radioactiviteit door kernwapenproeven en Tsjernobyl vormen samen minder dan 1% van onze jaarlijkse blootstelling. Op de website van het RIVM staat hier meer informatie over.
Therapie en diagnostiek
In de gemiddelde blootstelling aan medische straling tellen we (kanker)therapie niet mee. Die dosis wordt maar aan een klein deel van de bevolking gegeven, en moet juist bewust zeer hoog zijn. Anders gaan de kankercellen niet dood. Een hoge dosis is dus juist het doel.
Dat is niet zo bij diagnostiek. Daar is medische straling een middel om delen van het lichaam zichtbaar te maken. En heel veel mensen krijgen met diagnostiek te maken, bijvoorbeeld een röntgenfoto bij de tandarts of in het ziekenhuis.
Stijging medische stralingsdosis eigenlijk goed nieuws
De laatste decennia heeft vooral de CT-scan een grote ontwikkeling doorgemaakt. Door de grote stijging in het aantal CT-scans is ook de medische stralingsdosis voor de gemiddelde inwoner van ons land in 20 jaar verdubbeld.
Die stijging is overigens geen slecht nieuws: de arts maakt altijd een afweging tussen het nadeel van de straling en het voordeel van een goede diagnose. Een goede en snelle diagnose leidt tot betere zorg, en dus tot meer gezondheid.
Pilotproject
In 2020 is het RIVM samen met een ziekenhuis een project begonnen om meer inzicht te krijgen in de medische stralingsbelasting. Inmiddels doen 5 ziekenhuizen hieraan mee, en dat aantal zal in 2022 worden uitgebreid.
De eerste voorzichtige conclusie uit het project is dat de CT-scanners en andere röntgenapparatuur met steeds minder stralingsdosis even goede foto’s maken. Ook kunnen de gegevens steeds gemakkelijker digitaal uitgelezen worden.
Ziekenhuizen kunnen daardoor geautomatiseerd dosisgegevens verzamelen voor een grote groep patiënten en veel verschillende soorten onderzoeken. Ook de uitwisseling van gegevens met het RIVM wordt daardoor makkelijker. Ziekenhuismedewerkers hoeven niet meer handmatig enquêteformulieren in te vullen om dosisgegevens aan het RIVM door te geven.
Medische beroepsgroepen kunnen met deze informatie uiteindelijk Diagnostische referentie niveaus afleiden. Dat zijn richtlijnen voor een stralingsdosis per type afbeelding, waar je in de meeste gevallen onder zou moeten kunnen blijven.
Vervolg
Over het vervolg van deze pilot is het RIVM in overleg met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de betreffende medische beroepsgroepen.