Het RIVM bepaalt de hoeveelheid straling waar Nederlanders gemiddeld per jaar aan worden blootgesteld. Daarbij wordt in een diagram weergegeven wat de belangrijkste bronnen daarvan zijn, de zogenaamde ‘stralingstaart’. Soms is het nodig niet alleen de cijfers opnieuw te bepalen, maar ook de meetmethoden en parameters aan te passen aan nieuwe wetenschappelijke inzichten of technologieën. Deze kunnen invloed hebben op de berekende blootstelling. Het RIVM is op dit moment met deze herziening bezig.  

Over de stralingstaart 

Een actueel overzicht van de stralingsblootstelling is belangrijk om inzicht te hebben in de gemiddelde stralingsbelasting van Nederlanders. Met deze informatie kunnen indien nodig maatregelen genomen worden. Dit project van actualisatie bestaat uit drie onderzoeken, naar de verschillende bronnen van straling, waarvan het eerste onderzoek over natuurlijke straling afgerond is.  De resultaten van het tweede en derde onderzoek komen nog. De laatste keer dat er een actualisatie is gedaan was in 2000.

Natuurlijke straling

Natuurlijke straling draagt voor een groot deel  bij  aan de stralingsdosis die we jaarlijks gemiddeld per persoon ontvangen in Nederland. Het gaat dan met name om straling van radioactieve stoffen in de bodem en in bouwmaterialen die daarvan worden gemaakt, en straling uit de ruimte. Uit bouwmaterialen  komen ook de radioactieve gassen radon en thoron vrij. Radon en thoron zijn de grootste bron van straling in woningen: inademing van hun radioactieve vervalproducten vergroot de kans op longkanker, vooral bij mensen die roken. Aan veel bronnen van natuurlijke straling is niets te doen. Alleen de hoeveelheid straling in woningen kunnen we tot op zekere hoogte beïnvloeden.

Voor de stralingsdosis in woningen geeft het RIVM nu twee schattingen. Internationaal gebruiken wetenschappers namelijk twee getallen om de hoeveelheid radioactieve stoffen in de lucht om te rekenen naar een stralingsdosis in huis (UNSCEAR en ICRP).  De ICRP schat de risico’s van radon en thoron hoger in dan UNSCEAR. Volgens de ICRP is de totale dosis straling van natuurlijke bronnen dus groter en hebben radon en thoron een groter aandeel in het geheel.   (Naar rapport)

Medische toepassingen  

Een tweede belangrijke bron van straling zijn de medische toepassingen. Het aantal diagnostische onderzoeken met behulp van straling is in de afgelopen jaren toegenomen. Tegelijkertijd zijn er nieuwe methoden ontwikkeld waardoor minder straling per behandeling nodig is. We onderzoeken wat dat betekent voor de gemiddelde blootstelling door medische diagnostiek.

Industrie

De laatste groep van stralingsbronnen zijn de reguleerbare bronnen in de industrie. De bijdrage door emissies van de procesindustrie is in de afgelopen decennia kleiner geworden. Hoeveel precies wordt door het RIVM uitgezocht.

Kennis behouden

Een bijkomend belang van deze actualisatie is het behoud van kennis over straling.  Juist omdat we dit niet jaarlijks hoeven doen. In 20 jaar tijd verdween een deel van deze kennis uit de organisatie, doordat mensen met pensioen gingen, of elders gingen werken. Het RIVM is het enige instituut in Nederland die deze kennis heeft en kan verzamelen. Ook daarom is het belangrijk dat we de kennis behouden en onderhouden. 

Presentatie 

Wat we ten slotte ook gaan doen, is kijken naar de manier waarop we de jaarlijkse blootstelling aan straling presenteren. Natuurlijk geeft een eenvoudige cirkel (of taart)-diagram een goed overzicht, maar er zijn ideeën om dat op de website interactiever en met meer toelichting en vormgeving te presenteren. Ook dat hoort bij de actualisatie van onze kennis. 

Resultaat

Als dit project is afgerond dan ligt er een wetenschappelijk overzicht van de stralingsbronnen in Nederland en de blootstelling daaraan, waar we weer jaren mee vooruit kunnen.