Tekst Eric de Kruijk

“Je moet zowel passie voor het vak hebben als passie voor de mensen, anders red je het hier niet”

Aura Timen, hoofd van de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI), vertrekt bij het RIVM en gaat aan de slag als hoofd van de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc. Gedurende 21 jaar werkte Aura Timen voor de LCI, waarvan de laatste 11 jaar als centrumhoofd. Ze heeft in die jaren veel meegemaakt en de infectieziektebestrijding in Nederland flink zien veranderen. “21 jaar in de infectieziektebestrijding telt volgens mij als 100 jaar in een ander beroep. Het zijn echt heel veel crisisjaren geweest”.

We spreken Aura Timen in haar laatste werkweek op het RIVM. Ze gaat er ontspannen voor zitten, zoals ze afgelopen jaar voor een honderdtal interviews eerder heeft gedaan. Ondanks haar overvolle agenda altijd weer met evenveel geduld en ontspanning. In dit interview echter geen duidingen van besmettingscijfers, maar een terugblik op haar werk bij het RIVM in de afgelopen 21 jaar.  Ook al heeft ze veel zin heeft in haar nieuwe baan, Timen kijkt nu vooral uit naar de komende weken waarin ze even helemaal niks hoeft. “Ik ga echt heel veel missen hier, maar wat ik niet ga missen is de stress. De stress van de opkomst van elke nieuwe crisis. De stress voor het onbekende waarvan je niet weet wanneer het weer eindigt. Je leert ermee dealen, maar de chronische crisismodus is wel een enorme last”. Ondanks dat de coronacrisis misschien wel meest intense en hectische periode uit haar carrière was, waren het de vele voorafgaande crises die zowel Timen als de LCI gevormd hebben.

Poederbrieven

Tijdens haar specialisatie als arts infectieziektebestrijding wilde Aura Timen in 1999 graag een richtlijn schrijven over antrax (miltvuur). Een richtlijn voor deze – voor velen nog vrij onbekende – infectieziekte, bestond toen nog niet.  Ze benaderde hiervoor het toenmalige hoofd van de LCI, Jim van Steenbergen en kon er meteen mee aan de slag. Als bijlage voegde ze aan de richtlijn nog een stuk toe over antrax en bioterrorisme.  Ze wisten toen nog niet dat het slechts twee jaar zou duren voordat die bijlage opeens heel relevant was en de hele wereld in de ban zou zijn van antrax als biologisch wapen. In 2001 werd antrax in poedervorm via brieven naar verschillende personen verstuurd. In de Verenigde Staten leidde dat toentertijd tot tientallen besmettingen en vijf doden. Ondanks dat in de vele Nederlandse ‘poederbrieven’ nooit antrax werd aangetroffen, lag het protocol van Timen klaar voor gebruik. Dat was ook het moment waarop Timen door Jim van Steenbergen werd gevraagd om voor LCI te komen werken. “Mijn vaste aanstelling bij de LCI dank ik aan het antraxprotocol."

Groei LCI

De LCI was in die jaren nog een kleine, jonge ‘slapende structuur’. Na een polio-uitbraak in de jaren ’90 bleek dat er grote behoefte was aan een centraal, overkoepelend orgaan voor de juiste kennis en coördinatie tijdens een uitbraak. Hiervoor werd in 1995 de LCI opgericht. In de eerste jaren waren ze onderdeel van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en zaten ze in het gebouw van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Na hierna nog enkele jaren bij GGD Nederland te hebben gezeten, verhuisde de LCI in 2005 definitief naar het RIVM, waar het onderdeel werd van het nieuw opgerichte Centrum voor Infectieziektebestrijding (CIb). ”In de eerste jaren dat we bij het ministerie zaten, hebben we de strategische en politieke finesses geleerd. Bij GGD Nederland hebben we het veld goed leren kennen en bij het RIVM zijn we uiteindelijk verder uitgegroeid en geprofessionaliseerd."

Om het contact met het veld niet te verliezen is de LCI nu zó ingericht dat alle infectieziekteartsen in opleiding er ten minste een korte stage bij moeten lopen. Ook biedt de LCI stageplekken aan verpleegkundigen die zich specialiseren in infectieziektebestrijding. “Op deze manier kunnen wij ook kennis maken en contact houden met de toekomstige professionals. Daarnaast is met de komst van een eigen infrastructuur voor onderzoek, ook een grote en actieve vakgroep binnen het RIVM ontstaan”. In de afgelopen jaren is de LCI niet alleen in kennis en positie gegroeid, maar ook het aantal mensen dat er dagelijks voor werkt steeg enorm. “Toen ik begon pasten we samen in twee werkkamers en nu werken er hier bijna 150 mensen."

Meer dan corona

Door de coronacrisis zou je bijna vergeten dat de LCI in de jaren daarvoor al vele uitbraken, crises en outbreakmanagementteams (OMT) achter de rug heeft. Denk aan uitbraken van mazelen, ebola, SARS, Q-koorts en bof.  Als we Timen vragen naar haar meest opvallende casus, moet ze meteen denken aan de Nederlandse patiënt met Marburg hemorragische koorts uit 2008. “Dat was een zeer onverwachte situatie en één van de meest indrukwekkende die ik heb meegemaakt." De veroorzaker van deze ernstige en vaak dodelijke ziekte is het marburgvirus. Een zeldzaam virus dat lijkt op het ebolavirus. Timen vertelt dat ook deze crisis heel veel onbekende factoren kende en dat iedereen enorm gemotiveerd was om een bijdrage te leveren. “We moesten met z’n allen uitvinden wat er moest gebeuren. Zowel in het opsporen van directe contacten als de maatregelen die we moesten nemen voor de publieke gezondheidzorg. Internationaal was hier dan ook heel veel aandacht voor. Die casus heeft een belangrijke basis gelegd voor hoe we nu bijvoorbeeld omgaan met besmette personen en mogelijke verdenkingen op besmetting."

Gekke jaren

Bij de LCI organiseren ze af en toe een presentatie die intern ‘Het Jeugdjournaal’ wordt genoemd. De hele afdeling komt dan op de gang bij elkaar en het is dan aan één persoon de taak om iets complex, als bijvoorbeeld COVID, in begrijpelijke taal aan de rest uit te leggen.  Zo was er ook een Jeugdjournaal begin 2020, nog voor alle coronamaatregelen. “Ik keek laatst naar een foto van dat moment. We stonden met z’n allen in een hele volle gang en we probeerden te begrijpen wat er aan de hand was. Als je naar de gezichten kijkt, zie je bezorgdheid, spanning en nergens enige vrolijkheid. Dat beeld blijft heel erg hangen. We waren in verwarring."

Ondanks dat Timen in haar werk constant voorbereid is op een uitbraken en crises, was deze crisis er eentje die alles oversteeg. “Het waren hele gekke jaren. De intensiteit van de crisis is groot en treft alle onderdelen van de hele samenleving." Zelfs na twee jaar constante crisismodus, herinnert ze zich nog goed de eerste dag dat Nederland in maart 2020 in lockdown zat. “De parkeerplaats was vrijwel leeg, alle gebouwen waren donker en er liep niemand rond. Met uitzondering van een handjevol kamers in gebouw U, in de gang waar de LCI zit.  Het voelde als een spookhuis en toen bevatte ik nog meer de hele heftigheid van de crisis."

Of Timen tevreden is met hoe de LCI de crisis heeft aangepakt? “Ja, ik denk dat de LCI heeft gedaan wat ze kan en waartoe ze op aarde is. Andere evaluaties moeten nu maar beoordelen of dit ook voldoende was of niet, maar ik ben trots op de mensen die dit allemaal voor elkaar hebben gekregen."

Bekende Nederlander

Als hoofd LCI en wetenschappelijk secretaris van het OMT, was Timen de afgelopen twee jaar ook bijzonder veel in de media te zien. Naast de inhoudelijke duidingen werd ze zeer regelmatig geïnterviewd door nieuwszenders en kranten of uitgenodigd in grote talkshows. Deze media-optredens hebben van Timen in korte tijd een bekende Nederlander gemaakt. Niet een stempel waar ze op zat te wachten. “Ik vind het echt leuk om uitleg en duiding te geven, maar ik vind het minder leuk dat ik daarmee ook een bekende Nederlander geworden ben. Ik word opeens heel veel aangesproken, op straat en in restaurants. Nooit op een echt vervelende manier hoor. Veel mensen zijn juist ook positief en willen dan gewoon graag een praatje maken, maar ik vind die aandacht niet zo fijn. Ik ben gewoon gesteld op mijn privacy denk ik."

Naar het Radboudumc

Per 15 april zal Aura Timen aan de slag gaan als hoofd van de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc en zal daar ook worden benoemd tot fulltime hoogleraar Eerstelijnsgeneeskunde. Het is een omgeving die ze kent uit de tijd van haar promotie. “Het is een plek die ik altijd erg prettig vond. Dit is een andere afdeling dan waar ik tussen 2005 en 2010 mijn promotie heb gedaan, maar wat ik zo leuk vind aan deze afdeling is dat alle expertisegebieden die relevant zijn in de eerste- en nulde-lijnszorg, hier samen komen. Niet alleen huisartsengeneeskunde, maar ook verpleeghuisgeneeskunde, public health, verzekeringsgeneeskunde, bedrijfsgezondheidszorg, alles zit erbij. Dit is echt een unieke plek in Nederland."

Bij het Radboudumc zal Timen zich richten op de verdere ontwikkeling van de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde en de inrichting van de transmurale en geïntegreerde zorg.  “Kennis en ervaring uit verschillende vakgebieden moeten beter bij elkaar aansluiten. Het zou heel mooi zijn als het ons lukt om deze samenwerking vorm te geven en vooral ook om jonge artsen die opgeleid worden die gedachte tijdens hun studiejaren al mee te geven."

Vertrek LCI

Tot slot vertelt Timen dat ze met gemengde gevoelens afscheid neemt. “Ik denk dat het goed is dat er iemand anders komt bij de LCI.  Na mijn 21 jaar bij de LCI, waarvan 11 jaar als centrumhoofd, is het echt tijd dat iemand anders dit stokje overneemt . Ik heb zin in mijn nieuwe baan, maar het is wel moeilijk om weg te gaan bij een plek waar je je als een vis in het water voelt en iedereen kent.  Het is een fantastische plek om te werken, dus ik ben ook een beetje jaloers op mijn opvolger." Voor die toekomstige opvolger heeft Aura Timen nog een laatste boodschap: “Je moet zowel passie voor het vak hebben als passie voor de mensen, anders red je het hier niet. Kennis en grote affiniteit met infectieziekten zijn cruciaal. De mensen binnen de LCI inspireer en verbind je met de inhoud."