Tekst Mirjam Kroeze

De Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS) versnellen en zo Nederland sneller klimaatbestendig maken. Dat is het doel van een Europese subsidie van bijna tien miljoen euro voor het RIVM en twintig partners in een consortium. Sandra Boekhold van het RIVM is co-programmamanager LIFE-IP klimaatadaptatie, zoals het programma met een looptijd van zes jaar heet.  

“De GGD kan ervoor zorgen dat het gezondheidsaspect een plek krijgt in de ruimtelijke ontwikkelplannen.”

“Een van de doelen van het programma is om gezondheid zichtbaarder te maken bij klimaatadaptatie,” zegt Sandra Boekhold, strategisch adviseur klimaatadaptatie en leefomgevingskwaliteit bij het RIVM. “Traditioneel gaat ‘klimaat’ in Nederland logischerwijs vaak over wateroverlast. Maar klimaatverandering en klimaatadaptatie hebben ook gevolgen voor de gezondheid. Denk bijvoorbeeld aan hittestress.”

De ministeries van I&W en VWS coördineren LIFE-IP-klimaatadaptatie daarom samen. Het ministerie van VWS heeft aan het RIVM gevraagd om alle VWS-werkzaamheden voor dit programma op zich te nemen. Alle aspecten van de RIVM-missie ‘een gezonde bevolking in een duurzame, veilige en gezonde leefomgeving’ komen terug in het onderwerp klimaatadaptatie.

Decentrale overheden al aan de slag

“Er lopen twintig concrete projecten over klimaatadaptatie, verspreid over het land,” zegt Boekhold. “Denk daarbij aan vergroening van buurten, lokale hitteplannen, oplossingen voor bodemdaling en een actieprogramma voor een klimaatadaptatie in landbouw en natuur. Wat kunnen we leren uit al die maatregelen en projecten? Dat is wat we gaan uitzoeken.”

Naast programmamanagement monitort en evalueert het RIVM de projecten. “We kunnen hiermee onze eigen kennisbasis benutten en deze verder versterken. Vervolgens delen we de lessen daaruit. Wat werkt goed, wat kunnen we ergens anders ook toepassen? Wat leidt tot versnelling van de klimaatadaptatie? En wat is minder goed van de grond gekomen? Juist dat kennis delen is een belangrijk doel in het project.”

Handreiking voor GGD: gezondheid op agenda

In al deze projecten rond klimaatadaptatie is de rol van de GGD heel belangrijk. Zo kan de GGD ervoor zorgen dat het gezondheidsaspect een plek krijgt in de ruimtelijke ontwikkelplannen. Als de gemeente bijvoorbeeld een ruimtelijk plan of ontwerp maakt, zou het goed zijn als de GGD’en daarbij ook aan tafel komen. Het RIVM faciliteert en ondersteunt de GGD’en bij het ontwikkelen van de relevante kennis en tools, die in een handreiking gebundeld worden.

“We ontwikkelen concrete handvaten, zodat het belang van gezondheid goed onderbouwd kan worden in de gesprekken. In zo’n handreiking kan bijvoorbeeld gezondheidsinformatie staan over de toepassing van water in de stad. Water biedt verkoeling, maar kan ook muggen of andere overlast veroorzaken als je het niet goed aanlegt.”

Iets dergelijks geldt ook voor groen. “Groen maakt blijer, geeft ruimte aan ontmoeten, helpt tegen depressie en verhoogt de kwaliteit van de leefomgeving,” somt Boekhold op. “Meer groen geeft ook schaduw, is goed voor verlaging van de temperatuur en helpt tegen hittestress. Het kan de luchtkwaliteit en de biodiversiteit verbeteren. Maar kies je de verkeerde soorten, dan kan allergie toenemen. Of je plant zomaar ergens een stel struiken in een plantsoen, maar bijna niemand komt er omdat het er onveilig voelt. Gezondheidsdeskundigen kunnen bij de lokale of regionale planvorming zowel op de kansen als de risico’s wijzen. Het gaat om het bredere plaatje om tot een goed ontwerp te komen.”

Een integrale aanpak is daarbij het doel. “Die samenwerking tussen alle disciplines en organisaties is van groot belang. Met de kennis die het RIVM in huis heeft, kunnen we een integraal afwegingskader maken. Ook dat is behulpzaam voor decentrale overheden.”

“Als je groen op een goede manier vormgeeft, is het goed voor de mens, voor het klimaat en voor de biodiversiteit.”

Straatje met veel groen
Groen in de stad

Verbinden met andere opgaven

Klimaatadaptatie raakt aan andere maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie of de circulaire economie. Samenhang is daarom belangrijk. “Al die aspecten komen in één gebied of in één wijk samen. Je moet klimaatadaptatie en klimaatverandering dus verbinden met andere opgaven. Gelukkig zijn hier vaak win-win-situaties te creëren. Als je groen op een goede manier vormgeeft, is het goed voor de mens, voor het klimaat en voor de biodiversiteit. De schaduwwerking heeft ook als voordeel dat mensen minder vaak de airco gebruiken, een energieslurper. En tegel je de stad niet dicht, dan kan het water beter wegzakken. Het grijpt allemaal in elkaar. Doe je het goed, dan leidt het tot een positieve uitstraling van een plek en een prettige leefomgeving.”