Tekst Rob Jongeneel
Foto RIVM

Op 31 oktober en 1 november verwelkomde het RIVM de Teamleiders CBRN-Explosieven Veiligheid (TEV) van de politie en de Koninklijke Marechaussee.  Dit soort dagen zijn belangrijk. Het is goed om collega’s en netwerkpartners te spreken en te leren van de ervaringen van anderen. Want in een crisissituatie met mogelijke verspreiding van CBRN-stoffen moet je weten wat je aan elkaar hebt.  

Dit soort dagen zijn belangrijk: voor het onderhouden van je netwerk, voor het spreken van collega’s en om te leren van de ervaringen van anderen.  

Wat doet de TEV en het RIVM

De TEV onderzoekt meldingen van verdachte objecten met (mogelijk) explosieven en/of chemische, biologische, radiologische of nucleaire (CBRN) agentia en adviseert over de afhandeling. Het RIVM kan, als een van de expertisepartijen, de TEV ondersteunen in zijn onderzoek. Bijvoorbeeld door het uitvoeren van metingen, monstername en laboratoriumanalyses. De responsorganisatie Milieu- en Stralingsincidenten van het RIVM staat daarvoor 24/7 paraat.

Welkom! 

Het programma was voor beide dagen hetzelfde, zodat zoveel mogelijk geïnteresseerden konden aanhaken. En dat lukte met twee dagen volle zalen en bijna 200 deelnemers. De voorzitter van de landelijke TEV-werkgroep, René van der Werf en het nieuwe afdelingshoofd Milieu-incidenten, Veiligheid en Security (RIVM) Nicole Troisfontaine heetten iedereen van harte welkom.  

Protocol Verdacht Objecten

In de eerste plenaire lezing stond het Protocol Verdachte Objecten  (PVO) centraal. Dit protocol is in 2022 herzien en beschrijft de werkwijze voor een eenduidige en adequate respons van de (hulpverlenings)diensten op verdachte CBRN-e objecten en omstandigheden. Binnen het PVO adviseert de TEV de Officier van Dienst-Politie (OvD-P) over de afhandeling van de CBRN-e melding. Zowel op basis van eigen waarneming, als de bevindingen van de explosievenverkenners. Op grond van de dreiging kan de OvD-P besluiten de expertise van andere partijen te vragen. Waaronder de Responsorganisatie Milieu- en Stralingsincidenten van het RIVM, de Explosievenopruimingsdienst (EODD) en de CBRN Responseenheid van Defensie. Voor de inzet van het RIVM is de TEV dus een belangrijke schakel in het hele PVO-proces.

Discussie: herkennen van CBRNe-incident en werkafspraken met experts   

Aan de hand van een aantal stellingen over het PVO-proces kwam er een goede discussie op gang. Bijvoorbeeld: Als eerste hulpverlener is het gemakkelijk te herkennen dat je te maken hebt met een mogelijk CBRNe-incident. Dit bleek in de praktijk nog niet zo gemakkelijk. Willie Koolhof, van het Defensie CBRN Centrum, legde de link naar het Europese MELODY-project. In Europees verband is er een lesprogramma over bewustwording van CBRN-risico's ontwikkeld. Dit helpt eerstehulpverleners en meldkamers om CBRN-incidenten te (her)kennen. Op dit moment wordt gewerkt aan een Nederlandse vertaling en de uitrol hiervan.

Een andere stelling ging over de inzet van expertise partijen. Welke kennis en expertise is er beschikbaar en wanneer kan een TEV hier gebruik van maken? De TEV kan voor advies terecht bij de Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) van de brandweer en de gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen (GAGS) van de GGD of Veiligheidsregio. Voor de bepaling van een mogelijke CBRN-e agentia kan de TEV een beroep doen op EODD, RIVM en Defensie Responseenheid. 

Howard May (Defensie) en Rob Jongeneel (RIVM) lichtten toe dat de verschillende ketenpartners die ter plaatse komen bij een mogelijk CBRN-e incident, onderling werkafspraken hebben gemaakt om te zorgen voor een efficiënte, adequate en afgestemde inzet. Zo kan de TEV zorgen voor een gecoördineerde aanpak, ongeacht welke ketenpartner hij als eerste benadert.      

Kijkje in de keuken: verschillende perspectieven op een stralingsincident 

Na het PVO kwam een bijzonder incident aan de orde waarbij de Ongevals Organistatie Straling (OOS) van het RIVM betrokken was. Zowel de Adviseur Gevaarlijke stoffen (AGS) van de brandweer, de TEV van de politie als de cöordinator Straling van de OOS gaven aan hoe zij het incident beleefd hadden. Het incident betrof een in brand staande auto bij de ingang van een metaalverwerkings-bedrijf met weggerende inzittenden die hadden geroepen dat er uranium in de auto zat.    
Deze gezamenlijke presentatie bood een interessant kijkje in de keuken van drie verschillende organisaties betrokken bij hetzelfde incident. Elke organisatie staat in een verschillend krachtenveld. Het is bij zo’n complex incident nuttig om te weten wat er speelt bij een ketenpartner, waarvoor die aan de lat staat en hoe iemand in de wedstrijd zit. Uiteindelijk bleek het in bovenstaande casus niet om uranium te gaan maar om het relatief onbekende Mischmetal.

Ruimte voor vragen en discussie tijdens de TEV-dagen.
Casus Mischmetal

Benen strekken tijdens de lunch en workshops

Tijdens de lunch was er ruimte voor een ‘static show’. De aanwezigen konden kijken in en bij de meet- en stralingswagens van het RIVM en de CBRN-responseenheid van Defensie. Ook gaf het RIVM uitleg over de mogelijkheden en beperkingen van de velddetectieapparatuur die sommige TEV ter beschikking hebben. 

Na de lunch waren er nog workshops voor de TEV op het gebied van explosieven veiligheid. De combinatie van inhoudelijke sessies en de gesprekken bij de ‘static show’ waren een goede manier om elkaars werkveld nog beter te leren kennen. En het bleek maar weer; Dit soort dagen zijn belangrijk: voor het onderhouden van je netwerk, voor het spreken van collega’s en om te leren van de ervaringen van anderen.  

Benen strekken tijdens de lunch en 'static show'.
Nicole Troisfontaine
René van der Werf